Anthony Bijnen vraagt zich af hoe het jullie is vergaan.
Had je vijftig jaar geleden kunnen bedenken hoe je er vijftig jaar later bij zou staan/zitten?
Ofwel hoe heeft je leven zich heeft ontwikkeld in die vijftig jaar.
Had je dat ooit zo bedacht? En is er nog iets overgebleven van je idealisme, je dromen?
Als je de vraag gesteld hebt moet je hem ook kunnen beantwoorden. Daar gaan we dan.
Hoe dacht ik in 1969 dat de wereld er uit zou zien in 2019? Geen idee!
Ik dacht in die tijd niet verder dan het jaar 2000.
Alle grafieken die we in die jaren te zien kregen benaderden de asymptoot in het jaar 2000.
Daarnaa kwam er niks. Ik had uitgerekend dat ik in dat jaar 54 zou worden als ik nog zou leven.
Aangezien ik een gemiddeld lichaam en een gemiddeld gewicht had nam ik aan dat ik de gemiddelde
leeftijd van 80 zou halen in het geval van afwezigheid van atoombomontploffingen en andere ongelukken.
Over de laatste 26 jaar had ik geen idee. Als marxist was ik overtuigd van de ontwikkeling van
de Verenigde Staten in de richting van een fascistische regering die zich met alle haar
ter beschikking staande middelen zou verzetten tegen de revolutie.
Alhoewel bouwkunde studerend zag ik voor mijzelf geen toekomst als architect.
Als constructeur zag ik mijzelf eerder, maar dan onafhankelijk, geen koelie die de grillen
van de architect mag doorrekenen. Wel had ik graag een gezin met kinderen.
Maar ik wilde ook reizen. Hoe is dat gelopen?
In 1965 deed ik eindexamen aan het Canisius College in Nijmegen
(Ook bekend als het pedofielen paradijs). Eindelijk ws ik vrij!
Ik wilde de Beatles achterna, naar Afganistan!
Daar was geen sprake van en ik belandde aan de TH in Delft.
Ik werd lid van de toentijds fascistische studenten vereniging Sanctus Virgilius.
Ik zakte in 1966 en in 1967 voor mijn propeadeuse maar ik leerde Aldo van Eyk kennen
en luisterde geboeid naar zijn verhalen over de Dogon die hem hadden geinspireerd.
Het zou nog 48 jaar duren voor dat ik dat gebied daadwerkelijk zou bezoeken.
Ook maakte ik in die jaren kennis met marihuana.
Na 18 jaar katholieke indoktrinatie treedde ik in in een andere wereld, een nieuwe wereld.
Een wereld van beatniks, dienstweigeraars, kunstenaars, reizigers; principiele mensen.
Je zou zeggen als je in twee jaar niet in staat bent om je P te halen, hou er dan maar mee op.
Maar mijn vader – architekt kerkenbouwer - dacht daar anders over.
In Eindhoven werd een nieuwe afdeling geopend.
Hij bracht mij daar en vroeg professor Habraken of hij mij wilde accepteren als student.
Bij die gelegenheid zat Habraken achter zijn bureau in jacquet wat hem voor mij een compleet onacceptabele persoon maakte.
De plaat van de Doors was net uitgekomen: “Break on trough to the other side”. Zo voelde ik mij.
Ik had in mijn broekzak een stukje hash. Niet om te roken! Nee, dan zou ik het kwijt zijn.
Dat stukje was mijn nieuwe identiteit.
Om een lang verhaal kort te maken. Wat volgde was zeven jaren revolutie.
Oorlogsjaren, niet zo zeer voor ons alswel voor onze medestudenten die niets leerden door onze constante agitatie,
de problemen van een beginnende faculteit met staf, curriculum,
competenties en de algehele onduidelijkheid omtrent de inhoud van het vak en onze functie daar in.
Ik voelde me dan ook goed genaaid toen ik afstudeerde en de faculteit had een baantje voor mij
geregeld als wetenschappelijk ambtenaar voor zes maanden met een budget van fl. 40.000,=.
Dat was voor het ontwikkelen van een nieuwe knoopplaat in een ruimtevakwerk.
Ik heb dat opgelost door de knoopplaat overbodig te verklaren
door staven in het ruimtevakwerkt direct met elkaar te verbinden.
Een vriend, de musicus Jozef van der Vorst die werkte bij de technische dienst
van bedrijfskunde nodigde me uit om bij hem te komen. Ze hadden een mini computer,
een Digital pdp 11/45 ter grootte van enige kleerkasten. Dat was erg klein in die tijd.
De centrale computer van de TH besloeg een half voetbalveld. De programmeur,
de tchechische vluchteling Jiri Vlcek maakte een programma in Basic van een
matrixberekening om de exacte coordinaten te berekenen van de bevestigingspunten.
Ik bestelde 200 meter aluminiumpijp die ik vervolgens op lengte sneed en doorboorde
en freesde op de bestemde plaatsen op de afdeling Bedrijfakunde.
Ik bouwde een Nomadome er mee. De toepasbaarheid van de verbinding was aangetoond.
Inmiddels woonde ik in de boerderij van Paul van der Vorst, de broer van Jozef,
in Soerendonk met Katja Snel en mijn opnieuw zwangere vrouw.
Ik stuurde de fotoos van de Nomadome tegen de achtergrond van het Kempische boerenland
naar de Frans Poolse construkteur Stephane Duchateau die me uitnodigde om langs te komen in Parijs.
Hij had een baan voor mij als ik kon programmeren. Ik kon – nog – niet programmeren en hij had geen baan.
Om publiciteit voor te zijn raadde Jan van Amelsfoort mij aan om de verbinding te octrooieren.
De aanvraagformuleren waren beschikbaar op de afdeling Werktuigbouw.
Hij deed de technische tekeningen en ik deed de tekst, ging naar het octrooibureau in Rijswijk,
leverde de aanvraag in en betaalde fl. 150,=.
In de tussentijd had ik leren programmeren en mijn eerste programma in FORTRAN IV was een CAD-systeem,
voor het bouwen van Nomadomes natuurlijk.
Mijn zoon was geboren en ik kreeg een baan als Computer Expert in Brussel bij de EEG.
Omdat het verhaal anders veel te lang gaat worden zal ik mij van nu af
aan beperken tot mijn aanstellingen bij bedrijven die mij hebben ontslagen.
De Commissie was de eerste. Na twee jaar trouwe dienst in verband met een fout die ik had gemaaakt.
Ik kwam te werken bij een van de inderhaast opgerichte softwareboeven: Datex.
Zij verhuurden mij per uur aan Philips, Akzo, Stork en de gemeente Amsterdam.
Als ze geen werk voor mij hadden zat ik thuis met mijn twee kleine kinderen.
Een ideale baan: in de ww bij een particulier. Datex had tien redenen opgesomd om me te ontslaan.
Ik herinner me er nog maar een: “Hij heeft geen gevoel voor verhoudingen”.
Toelichting: Het geeft geen pas om te vragen aan de vrouw van de directeur hoe het is om te leven met een miljonair.
Omdat er in die tijd een grote vraag was naar programmeurs had ik binnen een week weer werk,
nu bij Fugro waar ik een jaar later weer werd ontslagen. Toen heb ik mijn eigen bedrijf opgezet: Metaform Software.
Het heeft 17 jaar overleefd tot het failliet ging. Het had drie ministeries als klant en een ministerie ter financiering.
Mijn kinderen waren inmiddels volwassen, ik gescheiden en verliefd op Marylou.
Ik verhuisde naar Maastricht om bij haar in te trekken. Ik kwam te werkrn bij Rijkswaterstaat.
Het was inmiddels 1998 en we waren volop op weg naar het jaar 2000.
De nucleaire winter was voor onbepaalde tijd uitgesteld maar men had een nieuw wereldbedreigend fenomeen ontdekt: De millenniumbug!
In 1997 was Newsweek uitgekomen met een uiteenspattend computerscherm met daaronder in grote rode letters: “Our new deadly threat!”.
U begrijpt het al. Ik werd ingezet om de millenium bug op te sporen en te verdelgen.
Dat leidde tot een medische indicatie die in die tijd muisarm werd genoemd.
Ik stopte met programmeren en vertrok naar een eiland met 35 bewoners in Griekenland voor de kust van Lybie.
Daar leefde ik 13 jaar als schilder totdat ik weer begon te programmeren – met mijn linkerhand - aan de Nomadome.
Ik stop er mee.
Terugkijkend moet ik zeggen dat iedereen die de macht aanklaagt en ter verantwoording roept de consequenties daarvan zal dragen.
De afgelopen zeven jaar heb ik 23 landen bezocht. Voornamelijk in de zogenaamde derde wereld.
Daar heb ik ervaren wat beschaving is.
Ook heb ik moeten constateren dat het grootste kwaad op deze planeet afkomstig is van de groep die ons het meest nabij is: het christendom.
En dat is een harde conclusie.
Maar dat ik 50 jaar later zou mij zou bewegen op een eiland in de middelandse zee, dat had niemand kunnen voorspellen.